Onbevoegde vertegenwoordiging: Als de onderneming onbevoegd is vertegenwoordigd én geen schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft gegeven, dan is de onderneming niet gebonden aan de overeenkomst.
Het komt in de praktijk vaak voor: een persoon die daartoe niet bevoegd is, ondertekent namens de onderneming een brief, een contract of een ander document. Is de onderneming daaraan dan gebonden?
In beginsel is de onderneming niet gebonden
Schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid
Als een persoon niet bevoegd is om een onderneming te vertegenwoordigen en toch namens de onderneming een document ondertekent, dan is de onderneming in beginsel niet gebonden. Het uitgangspunt is namelijk dat iemand of een onderneming niet gebonden kan worden voor als diegene niet geldig is vertegenwoordigd.
Dat kan anders zijn als sprake is van een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Hierover leest u meer onderaan dit artikel.
Overigens geldt dat de andere contractspartij de onbevoegd persoon eventueel aansprakelijk kan stellen voor eventuele schade die de andere contractspartij lijdt.
Hieronder enkele tips om (zoveel mogelijk) te voorkomen dat uw onderneming onbevoegd wordt vertegenwoordigd of wordt geconfronteerd met een contractspartij die onbevoegd wordt vertegenwoordigd:
Als sprake is van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid, zal de onderneming (die dus onbevoegd vertegenwoordigd is) alsnog gebonden zijn aan de gemaakte afspraken of gedane toezeggingen. Er is geen sprake van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid als het gewekte vertrouwen uitsluitend is gebaseerd op verklaringen of gedragingen van de onbevoegde persoon. Daarvoor moet ten minste een verwijt aan de onderneming kunnen worden gemaakt.
Er is sprake van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid als aan twee voorwaarden is voldaan:
Een voorbeeld hiervan is aan bod gekomen in de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwaarden van 28 november 2017. In die zaak had een persoon de onderneming onbevoegd vertegenwoordigd bij een inkooporder ter waarde van €284.595,-. De relevante feiten en omstandigheden:
Deze feiten en omstandigheden komen volgens het hof voor risico van de onderneming en hebben bij de andere contractspartij de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid opgewekt. Het gevolg was dat de onderneming gebonden was aan de inkooporder en de factuur van €284.595,- moest betalen.
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23