Het uitgangspunt van de wet is dat alle schuldeisers (crediteuren) onderling een gelijk recht hebben om zich op het vermogen van de schuldenaar te verhalen. De schuldeisers worden (na voldoening van de kosten van executie) uit de netto-opbrengst van de verkochte goederen naar evenredigheid van ieders vordering voldaan.
In enkele gevallen heeft een schuldeiser echter voorrang op andere schuldeisers. Dit betekent dat deze schuldeiser zich als eerste, voor andere schuldeisers, op het vermogen van de schuldenaar kan verhalen en daardoor (vaak) een groter deel van zijn vordering kan binnenhalen. Ook bij faillissement van de schuldenaar kan het een (heel) groot voordeel zijn om bijvoorbeeld een pand- of hypotheekrecht te hebben. Het is dus een voordeel om voorrang te hebben.
De problematiek van voorrang bij het verhalen van uw vordering is vaak aan de orde in geval van een faillissement van de schuldenaar. Het is mogelijk dat u een hogere (sterkere) positie inneemt dan andere schuldeisers, bijvoorbeeld omdat u een pandrecht heeft of er een voorrecht aan uw vordering kleeft. De specialisten van Absolute Advocaten kunnen dit voor u onderzoeken en u hierover adviseren.
Het is daarnaast aan te raden om bij het aangaan van contracten erbij stil te staan of u voorrang wilt bedingen op andere schuldeisers, bijvoorbeeld door een pand- of hypotheekrecht overeen te komen. Bij het treffen van een betalingsregeling of een slecht betalende klant, kan het goed zijn om zekerheid in de vorm van voorrang achter de hand te hebben. Ook hierbij zijn wij u graag van dienst door u hierover te adviseren, het contract te beoordelen of een contract (met pand- of hypotheekrecht) voor u op te stellen.
Neem voor meer informatie of een vrijblijvende afspraak contact met ons op. Onze advocaten staan u graag te woord!
Als alle schuldeisers uit het vermogen van de schuldenaar kunnen worden betaald, is de rangorde niet van belang. De rangorde tussen schuldeisers is van belang als het vermogen van de schuldenaar onvoldoende verhaal biedt. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als een schuldeiser beslag heeft gelegd op een zaak van de schuldenaar, deze zaak via executie wordt verkocht en uit de opbrengst daarvan de schuldeisers moeten worden voldaan. Bij de verdeling van deze opbrengst zal rekening worden gehouden met de onderlinge rang tussen schuldeisers. Dit geldt ook in geval van een faillissement, waar voldoende actief aanwezig is om schuldeisers uit te betalen.
Of een schuldeiser voorrang heeft, volgt uitsluitend uit de wet. Schuldeiser en schuldenaar kunnen niet onderling afspreken dat de vordering van de schuldeiser boven vorderingen van andere schuldeisers gaat. Het omgekeerde kan wel: schuldeiser en schuldenaar kunnen afspreken dat de vordering van schuldeiser wordt achtergesteld op vorderingen van andere schuldeisers.
In sommige gevallen bepaalt de wet dat een schuldeiser voorrang heeft, zonder dat partijen dit onderling hoeven af te spreken, zoals bijvoorbeeld retentierecht en voorrechten. In andere gevallen moet voorrang worden overeengekomen. Bekende voorbeelden hiervan zijn pandrechten en hypotheekrechten.
Bij betaling van de schuldeisers, geldt grofweg de volgende rangorde:
De rang van pand- en hypotheekrechten wordt bepaald door de volgorde waarin zij zijn gevestigd. Kort gezegd: wie het eerst komt, wie het eerst maalt.
Voor informatie over retentierecht en pandrecht wordt verwezen naar de artikelen daarover.
Schuldenaar en schuldeiser kunnen niet in een overeenkomst afspreken dat de schuldeiser een voorrecht heeft. Voorrechten ontstaan alleen uit de wet en zijn gekoppeld aan de vordering die de schuldeiser op de schuldenaar heeft. Een voorrecht geeft de schuldeiser het recht om zich met voorrang op andere schuldeisers te verhalen op een bepaald goed van de schuldenaar (bijzondere voorrechten) of op alle goederen van de schuldenaar (algemene voorrechten).
Voordat een schuldeiser met een voorrecht zijn vordering op het goed of de goederen kan verhalen, zal hij een executoriale titel moeten verkrijgen. Hiervoor is een gang naar de rechter nodig.
Bijzondere voorrechten zien op bepaalde (specifieke) goederen van de schuldenaar. Dit voorrecht strekt zich uit tot het goed, alsmede tot vorderingen tot vergoedingen die in plaats van dat goed zijn getreden.
Voorbeelden hiervan zijn:
In de wet staat een opsomming van verschillende algemene voorrechten. Deze voorrechten zien op alle goederen van de schuldenaar.
Voorbeelden hiervan zijn:
Als een leverancier bepaalde producten moet leveren aan de koper, dan zal de koper hiervoor moeten betalen. Vaak wordt overeengekomen dat de koper pas op een later moment hoeft te betalen. In algemene voorwaarden wordt voor deze gevallen vaak opgenomen dat de geleverde producten of zaak het eigendom van de leverancier (schuldeiser) blijft, totdat de koper (schuldenaar) de koopprijs heeft betaald. De overgang van het eigendom wordt opgeschort totdat de koper heeft betaald. Dit heet een eigendomsvoorbehoud.
Eigendomsvoorbehoud moet expliciet tussen partijen worden overeengekomen. Dit kan in een overeenkomst of algemene voorwaarden. Het geeft een soort voorrang als de koper de koopprijs vervolgens niet betaalt.
Als de koper netjes de koopprijs (op tijd) betaalt, dan gaat het eigendom op dat moment over naar de schuldenaar. Als de koper niet betaalt, dan blijven de producten het eigendom van de leverancier. De leverancier kan dan de producten terugvorderen als zijnde eigenaar van de producten. Dit betekent dat de producten niet eerst moeten worden verkocht, om uit de opbrengst de vordering van de leverancier te voldoen. De producten blijven eigendom van de leverancier en de leverancier kan bepalen wat er vervolgens met de producten wordt gedaan.
Aan het overeenkomen van een eigendomsvoorbehoud kleven wel enkele beperkingen. Laat u hierover dan ook vooraf adviseren. Ook is het aan te raden uw algemene voorwaarden te (laten) controleren.
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23