Een schuldeiser die een vordering heeft moet binnen een bepaalde tijd zijn vordering innen. Doet hij dit niet, dan verjaart de vordering. Dit betekent dat de vordering niet meer kan worden afgedwongen. Er resteert dan slechts een natuurlijke verbintenis, maar dit is niets meer dan een morele verplichting van de schuldenaar om de vordering alsnog te voldoen.
Er zijn verschillende verjaringstermijnen al naar gelang het soort vordering. Ook het moment waarop de verjaringstermijn begint te lopen verschilt per soort vordering.
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen verjaring en verval. Bij verjaring verjaart het recht om uw vordering op te eisen na een bepaalde periode. Bij verval vervalt uw recht om uw vordering op te eisen. Het verschil is dat een verjaringstermijn gestuit kan worden en een vervaltermijn niet.
Absolute Advocaten staat u met raad en daad bij in juridische geschillen en incassowerkzaamheden.
Mocht u naar aanleiding van dit artikel nog vragen hebben, aarzel dan niet om contact op te nemen 026-3259023 voordat het te laat is.
De algemene verjaringstermijn is 20 jaar. Voor sommige vorderingen geeft de wet een afwijkende verjaringstermijn. Hieronder volgt een tabel met de meest voorkomende soorten vorderingen, de daarbij behorende verjaringstermijnen en het moment waarop de verjaring aanvangt.
Soort vordering | Verjaringstermijn | Aanvang van de verjaring |
---|---|---|
Vordering tot nakoming van een overeenkomst tot een geven of een doen | 5 jaar | Vanaf het moment van opeisbaarheid van de vordering. |
Periodieke vordering | 5 jaar | De dag na de dag dat de periodieke vordering opeisbaar is. |
Vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling | 5 jaar | Het moment dat de schuldeiser bekend is met de vordering en de identiteit van de ontvanger van de betaling. De vordering verjaart in ieder geval 20 jaar na het ontstaan van de vordering, ongeacht de bekendheid van de schuldeiser met de vordering. |
Vordering tot schadevergoeding of bedongen boete | 5 jaar, behoudens afwijkende termijnen (zie hierna). | Moment van bekendheid met de omvang van de schade en de identiteit van de aansprakelijke persoon. De vordering verjaart in ieder geval 20 jaar na het ontstaan van de schade, ongeacht de bekendheid van de benadeelde met de schade en de aansprakelijke persoon. |
Vordering tot ontbinding, herstel of ongedaanmaking | 5 jaar | De dag volgend op de dag waarop de schuldeiser met de tekortkoming bekend is geworden. De vordering verjaart in ieder geval na 20 jaar, ongeacht de bekendheid van de schuldeiser met de tekortkoming. |
Vordering inzake productaansprakelijkheid | 3 jaar | Nadat de benadeelde in staat wordt geacht zijn vordering in te stellen. Verval van het recht van de benadeelde in ieder geval 10 jaar nadat product op de markt is gebracht. |
Vordering tot betaling van de koopsom bij consumentenkoop | 2 jaar | Moment waarop de vordering tot betaling van de koopprijs opeisbaar wordt. |
Vordering op een verzekeraar tot het doen van een uitkering
| 3 jaar | De dag volgende op de dag waarop de uitkeringsgerechtigde met de opeisbaarheid bekend is geworden. |
Vordering uit hoofde van een gerechtelijk vonnis | 20 jaar | De dag volgende op die van de uitspraak. |
Bij een overeenkomst tot een geven kan gedacht worden aan een overeenkomst van lening. De ene partij verplicht zich om iets te geven, te lenen, aan de partij.
Een overeenkomst tot een doen, betekent dat een partij zich verplicht om, letterlijk, iets te doen. Een voorbeeld is de overeenkomst van opdracht. De opdrachtnemer zal zich meestal verplichten om iets te doen, bijvoorbeeld het aanleggen van een tuin of het verrichten van werk.
Bij periodieke vorderingen gaat het veelal om vorderingen die op terugkerende tijdstippen, wel binnen een periode van een jaar, herhaaldelijk moeten worden voldaan. Een voorbeeld is een huurovereenkomst. Uit deze overeenkomst vloeit een verplichting voort om periodiek, meestal maandelijks, een bepaald bedrag te voldoen. Ook kan gedacht worden aan lijfrenten of abonnementskosten.
Indien uit één rechtsbetrekking meerdere periodieke betalingen voortvloeien, dient per periodieke betaling de vordering apart te worden bepaald. Per periodieke vordering is er dus een eigen tijdstip van aanvang van de verjaring.
De omschrijving zegt het al: er is betaald, maar het betaalde bedrag was niet verschuldigd. Er moet bijvoorbeeld een lening van € 10.000,00 terugbetaald worden in tien termijnen, maar er wordt in elf termijnen een bedrag van € 11.000,00 terugbetaald. Deze elfde termijn is dan onverschuldigd betaald.
Ook kan de rechtsgrond van de betaling achteraf komen te vervallen. Bijvoorbeeld wanneer iemand bij de rechtbank veroordeeld is om een bepaald bedrag te voldoen en dit vonnis wordt in hoger beroep vernietigd.
Het gaat bij deze categorie om alle wettelijke schadevergoedingsvorderingen. Denk hierbij aan een actie uit wanprestatie of onrechtmatige daad.
De wet kent ten aanzien van bepaalde soorten schadevergoeding afwijkende termijnen:
voor milieuschade en schade door gevaarlijke stoffen geldt een termijn van 30 jaar;
voor schade door letsel of overlijden geldt alleen de korte verjaringstermijn van 5 jaar;
voor schade opgelopen als gevolg van een misdrijf gelden afwijkende termijnen.
Een vordering tot ongedaanmaking kan ook ontstaan na ontbinding van een overeenkomst. Na ontbinding ontstaan er in de eerste plaats ongedaanmakingsverplichtingen van beide partijen. Hetgeen zij reeds hebben ontvangen of gegeven dient geretourneerd te worden.
De producent van een product is aansprakelijk indien het product gebrekkig is. Gebrekkig betekent hier in het algemeen onveilig. Gedacht kan worden aan niet functionerende airbags van auto’s. Lijdt iemand daardoor schade, dan kan de producent daarvoor aansprakelijk zijn.
Een rechtshandeling is elke handeling die gericht is op rechtsgevolg. Bijvoorbeeld het sluiten van een overeenkomst, het in dienst treden bij een werkgever, het aanspannen van een proces of het oprichten van een B.V. De algemene verjaringstermijn om een rechtshandeling te vernietigen is drie jaar. Het hangt echter van de vernietigingsgrond af wanneer de verjaringstermijn aanvangt:
De verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging van bovengenoemde rechtshandelingen is niet van toepassing indien sprake is van consumentenkoop. In dat geval genieten de bijzondere regels van consumentenkoop voorrang.
In 2018 is door de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over verjaring bij een voortdurende inbreuk (ECLI:NL:HR:2018:677 TMG/ Staat).
In deze zaak was de Staat aansprakelijk gesteld vanwege te late implementatie van de Databanken-richtlijn. Hierdoor is onrechtmatige wetgeving in stand gehouden. De vraag die daarbij speelde, was of de verjaringstermijn was aangevangen op het moment dat de implementatie had moeten plaatsvinden of dat er sprake was van een voortdurende lopende verjaringstermijn. De Hoge Raad oordeelde dat dit laatste het geval was. Dit betekent dat verjaring bij een inbreuk op een recht steeds opnieuw aanvangt zolang de inbreuk voortduurt. Een gunstige uitspraak dus voor een ieder die aanspraak op schadevergoeding maakt.
Een verjaringstermijn kan worden gestuit. Dit betekent dat de verjaringstermijn opnieuw begint te lopen vanaf het moment van stuiting. Wanneer een verjaringstermijn van vijf jaar aanvangt op 1 januari 2010 en op 30 december 2014 wordt er gestuit, dan zal de vordering pas 5 jaar na 30 december 2014 verjaren.
Een stuiting kan op verschillende manieren:
In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een stuitingsverklaring 'jegens de vof' in beginsel zo moet worden uitgelegd dat deze ook als stuitingsverklaring is bedoeld met betrekking tot de (samenlopende) vorderingen op de individuele vennoten. De individuele vennoten zullen een tot de vof gerichte en door de vof ontvangen stuitingsverklaring in het algemeen dan ook zo moeten begrijpen dat deze mede ziet op de met de vordering op de vof samenlopende vorderingen jegens ieder van hen persoonlijk.
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23