Het recht op thuiswerken, aanpassing van de werktijden of wijziging van het aantal uren is vastgelegd in de Wet Flexibel Werken (WFW).
Een werknemer kan aan de werkgever een verzoek doen tot wijziging van de arbeidsplaats (bijvoorbeeld een verzoek op thuis te werken). Dit verzoek mag de werkgever afwijzen, maar deze afwijzing moet hij wel onderbouwen. De werkgever dient het verzoek serieus te nemen en hierover in overleg te treden met de werknemer.
Naast een verzoek om aanpassing van de arbeidsplaats, kan een werknemer ook verzoeken om andere werktijden of een andere arbeidsduur. Wanneer een werkgever een dergelijk verzoek wil afwijzen, gelden er strengere eisen. Een werkgever mag een verzoek om aanpassing van de werktijden of arbeidsduur slechts afwijzen als hij daarvoor een zwaarwegend bedrijfsbelang heeft.
Bij vermindering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, indien die vermindering leidt tot ernstige problemen:
Bij vermeerdering van de arbeidsduur is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, indien die vermeerdering leidt tot ernstige problemen:
Bij aanpassing van de werktijd is in ieder geval sprake van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, indien de aanpassing leidt tot ernstige problemen:
Niet iedere werknemer kan een verzoek tot het wijzigen van arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd indienen. Voorwaarden zijn:
Heeft de werkgever het verzoek van de werknemer afgewezen, dan mag de werknemer pas een jaar later opnieuw een verzoek indienen.
De werkgever dient ten minste één maand voor het beoogde tijdstip van ingang van de wijziging te beslissen op het verzoek van de werknemer. Wanneer de werkgever niet of niet tijdig beslist, gaat de wijziging in conform de wensen van de werknemer.
De werkgever is overigens bevoegd op zijn beslissing terug te komen indien sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen die zijn opgekomen na de beslissing of aanpassing.
Kleine werkgevers, met minder dan 10 werknemers, zijn uitgezonderd van de Wet flexibel werken. Het recht van de werknemer om één keer per jaar te verzoeken om aanpassing van de arbeidsduur, arbeidsplaats of werktijd, geldt hiervoor dus niet.
Kleine werkgevers dienen wel een regeling te treffen voor het recht op wijziging van de arbeidsduur. Beschikt een kleine werkgever niet over zo’n regeling, dan kan de wet alsnog van toepassing zijn op verzoeken van werknemers ten aanzien van aanpassing van de arbeidsduur.
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23