Huurt of verhuurt u een woonruimte en wilt u de huurovereenkomst beëindigen? Hieronder leest u of u de overeenkomst kunt beëindigen en hoe u dat kunt doen.
Er zijn drie mogelijkheden voor het beëindigen van de huurovereenkomst:
Het opzeggen van een huurovereenkomst voor woonruimte door de verhuurder is complex, bij ontbinding moet er zelfs een rechter aan te pas komen. Als verhuurder is het dus lastig om de huurovereenkomst te beëindigen.
Absolute Advocaten heeft huurrechtspecialisten binnen het kantoor die u met uw vragen en problemen kunnen helpen. Zij kunnen u adviseren over de beëindiging van een huurovereenkomst voor woonruimte, de huurovereenkomst voor u controleren en u bijstaan in zaken als er problemen dreigen te of zijn ontstaan.
Heeft de huur een aanvang genomen en besluiten huurder en verhuurder gezamenlijk dat de huur op een bepaald moment zal eindigen, dan is dit toegestaan. Veelal wordt hiervoor een beëindigingsovereenkomst opgesteld waarin staat vermeld tegen welke datum de huurovereenkomst wordt beëindigd. Echter, een beding in de huurovereenkomst waarin staat dat de huurovereenkomst op enig moment (of door het intreden van een bepaalde voorwaarden) zal eindigen zonder voorafgaande opzeggen, is nietig.
Een huurovereenkomst is een wederkerige overeenkomst. Dit houdt in dat beide partijen één of meerdere verplichtingen hebben. Een verplichting aan de kant van de huurder is het betalen van huur; een verplichting aan de kant van de verhuurder is dat hij het gehuurde ter beschikking stelt. Indien één van de partijen zijn verplichtingen niet nakomt, kan de andere partij de overeenkomst ontbinden.
Door ontbinding eindigt de huurovereenkomst tussen partijen. De huurder wordt bevrijd van zijn verplichting tot huurbetaling en de verhuurder van zijn plicht tot verschaffing van huurgenot.
Het huurrecht kent een eigen regeling voor ontbinding. Op grond van die regeling kan ontbinding slechts worden uitgesproken door de rechter. Dit geldt alleen voor de situatie dat de verhuurder de overeenkomst wenst te ontbinden, een huurder kan de overeenkomst wel buitengerechtelijk (zonder tussenkomst van de rechter) ontbinden.
Bij wanbetaling van de huurder, of door een andere (ernstige) tekortkoming, is de verhuurder bevoegd in kortgeding ontruiming te vorderen. Daarbij is het wel vereist dat de verhuurder direct en zonder twijfel kan aantonen dat de huurder tekortschiet in het nakomen van zijn verplichtingen. Het is voor de verhuurder niet mogelijk om in kortgeding een huurovereenkomst te ontbinden.
Een huurovereenkomst die voor bepaalde tijd is aangegaan, eindigt zonder dat daartoe een opzegging is vereist, wanneer de huurtijd is verstreken. Maar let op: dit geldt niet in het geval dat de huurovereenkomst voor langer dan twee jaar of langer dan vijf jaar wordt aangegaan! In dat geval eindigt de huurovereenkomst niet door het verlopen van de huurtijd, maar moet de huur worden opgezegd vóór het verstrijken van de bepaalde tijd. Wordt er niet opgezegd dan wordt de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd verlengt. Het is dus voor beide partijen niet mogelijk om de huurovereenkomst tussentijds op te zeggen (tenzij de beeindiging geschiedt met wederzijds goedvinden). Na die periode kan de overeenkomst door beide partijen worden opgezegd tegen een voor de betaling van de huurprijs overeengekomen dag, niet vallend vóór het verstrijken van de bepaalde tijd. De opzegging dient te geschieden bij exploot of bij aangetekende brief.
Voor het beëindigen van een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd is een opzegging vereist. Dit geldt ook voor een huurovereenkomst die verlengd is van tijdelijk naar onbepaalde tijd. De opzegging dient te geschieden bij exploot of bij aangetekende brief.
De huurder dient een opzegtermijn in acht te nemen die gelijk is aan de tijd die tussen twee betalingen van de huurprijs verstrijkt, maar deze opzegtermijn mag niet korter zijn dan één maand en niet langer dan drie maanden. Betaalt u uw huur per maand, dan geldt een opzegtermijn van één maand. Van deze wettelijke regel mag niet net nadele van de huurder worden afgeweken. Dit houdt in dat er voor de huurder geen langere opzegtermijn kan worden afgesproken dan de opzegtermijn die wettelijk voor hem geldt.
De verhuurder moet een opzegtermijn in acht nemen van meer dan drie maanden plus een verlenging van één maand voor ieder jaar dat de huurder het gehuurde in gebruik heeft gehad tot een maximum van zes maanden. De verhuurder moet daarbij de gronden tot opzegging vermelden. Deze moet aansluiten bij de wettelijke opzeggronden (zie hieronder), anders is de opzegging nietig. De huurder moet binnen zes weken aan de verhuurder laten weten of hij al dan niet instemt met de beëindiging van de overeenkomst. Als dit niet gebeurt, dan blijft de huurovereenkomst in principe gewoon van kracht, maar na zes weken mag de verhuurder een rechter inschakelen. Hij zal daarbij vorderen dat de kantonrechter het tijdstip van het beëindigen van de overeenkomst vaststelt. Daarbij toetst de rechter de in de opzegging vermelde gronden.
De rechter kan de vordering van de verhuurder tot opzegging van de huur slechts toewijzen op basis van de onderstaande (wettelijke) gronden:
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23