In sommige gevallen heeft de werknemer een herroepingsrecht bij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Dit wordt ook wel de spijtoptantenregeling of de bedenktermijn genoemd. Het biedt de werknemer de mogelijkheid om terug te komen op een getekende beëindigingsovereenkomst of op verleende instemming met een opzegging.
De werknemer heeft in principe een bedenktermijn van 14 dagen, mits u als werkgever de werknemer hier op een juiste manier op wijst. Dit moet schriftelijk worden vastgelegd. Doet u dat niet, dan bedraagt de bedenktermijn 21 dagen. Als een werknemer een beroep doet op de bedenktermijn, wordt daarmee de opzegging of beëindigingsovereenkomst van tafel geveegd en moet de arbeidsovereenkomst worden voortgezet.
In de praktijk lijkt tot nu toe niet vaak gebruik te worden gemaakt van het herroepingsrecht. Hoewel dit een recht is van de werknemer, zien we in de rechtspraak dat het inroepen van de bedenktermijn nog weleens in het nadeel van de werknemer wordt uitgelegd en wordt geacht te hebben bijgedragen aan een verstoring van de arbeidsrelatie.
Ontslag met instemming van werknemer is een nieuwe manier van het beëindigen van een arbeidsovereenkomst die is geïntroduceerd met de Wet werk en zekerheid (WWZ). Hierbij is toestemming van het UWV of tussenkomst van de rechter niet nodig. Wel moet er, anders dan bij ontslag met wederzijds goedvinden, sprake zijn van een redelijke grond voor ontslag. De werknemer kan de instemming binnen 14 dagen na het schriftelijk vastleggen ervan herroepen. Dit kan zonder opgaaf van redenen.
Let op, de werkgever moet de werknemer uiterlijk twee werkdagen na de instemming schriftelijk wijzen op de bedenktermijn. Doet de werkgever dit niet, dan wordt de veertiendagentermijn verlengd naar drie weken. Het is aan te raden om de bedenktermijn direct in de opzeggingsbrief op te nemen.
Ook bij ontslag met wederzijds goedvinden heeft de werknemer gedurende 14 dagen de tijd zich te bedenken en de beëindigingsovereenkomst te ontbinden. Als de werknemer hier een beroep op doet, dan moet de arbeidsovereenkomst in principe worden voortgezet. Het staat de werkgever dan uiteraard vrij alsnog een ontslagprocedure te starten.
De bedenktermijn start in dit geval op het moment dat de overeenkomst tot stand is gekomen. Hierover bestaat nog al eens discussie. Aan de ene kant ging men ervan uit dat dit het moment was van het ondertekenen van de beëindigingsovereenkomst, maar aan de andere kant kan een beëindigingsovereenkomst ook al schriftelijk zijn aangegaan zonder dat de overeenkomst is getekend. Ter voorkoming van onduidelijkheid is het aan te raden in de beëindigingsovereenkomst op te nemen vanaf welk moment de bedenktermijn aanvangt.
De bedenktermijn moet in de overeenkomst zijn vermeld. Als dit niet is gebeurd, dan wordt de termijn verlengd naar drie weken.
De werknemer kan niet ongelimiteerd van het herroepingsrecht gebruik maken. Wanneer de werknemer eenmaal zijn instemming heeft herroepen of de beëindigingsovereenkomst heeft ontbonden, kan hij dat binnen een periode van zes maanden niet voor een tweede keer doen. Dus als een werknemer het herroepingsrecht heeft ingeroepen en er wordt opnieuw overeenstemming bereikt over de beëindiging of opzegging van de arbeidsovereenkomst, dan geldt het herroepingsrecht niet meer.
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23