Een werkgever is maximaal 12 jaar lang financieel verantwoordelijk voor de zieke werknemer. Dat geldt ook voor een werknemer die slechts een aantal maanden in dienst is geweest (bijvoorbeeld ter vervanging van een zieke collega) en vervolgens ziek uit dienst gaat!
⚔
Heeft u van het UWV een beslissing ontvangen over premies die u voor een zieke werknemer moet betalen of heeft u een loonsanctie ontvangen? Wij kunnen voor u beoordelen of deze beslissing correct is.
⧉
Wilt u bezwaar indienen tegen een beslissing van het UWV over:
⚖
De reïntegratie van een zieke werknemer kost geld. Om te voorkomen dat u nog meer financieel risico loopt, is het van belang het reïntegratiedossier op orde te hebben. Wij kunnen u adviseren over het traject of het dossier beoordelen.
☓
Een zieke werknemer geniet ontslagbescherming via het opzegverbod, maar ontslag is niet per definitie onmogelijk. Onze specialisten kunnen u hierover adviseren en met u de juiste ontslagprocedure voeren.
Voor verdere informatie of mogelijkheden kunt u contact met ons opnemen via telefoonnummer 026 – 32 59 023.
Deskundig advies | Snelle werkwijze | Goed bereikbaar | Transparante tarieven
Indien de werknemer niet in staat is om e werken door zijn arbeidsongeschiktheid dan kan hij mogelijk aanspraak maken op een Ziektewet- of WA- uitkering. Er kan, in dat kader, een onderscheid worden gemaakt tussen vaste en niet-vaste werknemers.
Wanneer een werknemer ziek wordt dan heeft een werkgever een loondoorbetalingsverplichting. Hij moet minimaal 70% van het loon doorbetalen gedurende maximaal twee jaar. Wanneer een arbeidsovereenkomst tijdens de ziekte van de werknemer eindigt, stopt ook de loondoorbetaling.
Door invoering van de wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters is een werkgever maximaal 12 jaar lang financieel verantwoordelijk voor de zieke werknemer. Dat geldt ook voor een werknemer die slechts een aantal maanden in dienst is geweest (bijvoorbeeld ter vervanging van een zieke collega) en vervolgens ziek uit dienst gaat! Als deze werknemer een Ziektewetuitkering en vervolgens een WIA-uitkering krijgt toegekend, worden (een gedeelte van) de uitkeringskosten via de premies die werkgever moet afdragen, verhaald op de werkgever.
De kosten voor een ziektewet of WIA-uitkering van de werknemer worden uiteindelijk verhaald op de werkgever. De premies van de (middelgrote en grote) werkgevers worden verhoogd naarmate er meer zieke werknemers in een uitkering terecht komen.
Indien een werknemer tijdens het dienstverband ziek wordt, vóór het aflopen van de wachttijd van 104 weken uit dienst treedt en de werkgever niets of onvoldoende heeft gedaan aan de re-integratie, dan loopt de werkgever ook nog eens het risico dat UWV de ziektewetuitkering rechtstreeks op de werkgever zal verhalen.
Indien de zieke werknemer na 104 weken ziekte uit dienst treedt en de werkgever niets of onvoldoende aan de re-integratie heeft gedaan, loopt de werkgever het risico een loonsanctie opgelegd te krijgen. Dit betekent dat de werkgever het loon van de werknemer nog eens maximaal 52 weken moet doorbetalen.
Uit bovenstaande blijkt wel dat een zieke werknemer veel financiële risico’s met zich meebrengt voor een werkgever. Indien een werkgever deze financiële risico’s wil beheersen, dan zal hij het re-integratietraject en zijn re-integratieverplichtingen serieus moeten nemen!
Wanneer een zieke werknemer uit dienst gaat neemt het UWV de re-integratie over van de werkgever. In sommige gevallen dient de werkgever een re-integratieverslag te maken, namelijk als:
de werknemer binnen zes tot tien weken na zijn eerste ziektedag uit dienst gaat (verkort verslag);
de arbo-arts verwacht dat de werknemer binnen drie maanden weer beter is (verkort verslag);
de werknemer na tien weken of langer na zijn eerste ziektedag uit dienst gaat (volledig verslag).
Dit zijn werknemers met een contract voor bepaalde tijd dat in de ziekteperiode (tijdens de wachttijd) afloopt. Deze werknemers kunnen na uitdiensttreding mogelijk aanspraak maken op een Ziektewet-uitkering. Een uitkering op grond van de Ziektewet duurt maximaal twee jaar. Hierna kan een WGA- (gedeeltelijk of volledig niet-duurzaam arbeidsongeschikt) of een IVA-uitkering (volledig duurzaam arbeidsongeschikt) worden aangevraagd.
Werknemers die worden ontslagen na twee jaar ziekte kunnen meteen een WGA-uitkering of een IVA-uitkering aanvragen. Zij komen niet eerst in de Ziektewetregeling terecht.
De Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters (BeZaVa) heeft als doel om ziekteverzuim onder vangnetters terug te dringen. Vangnetters zijn niet-vaste werknemers die na hun dienstverband wegens ziekte de Ziektewet instromen. Om ziekteverzuim te beperken zijn middelgrote en grote werkgevers sinds 2014 de financiële risico's gaan dragen van werknemers die ziek uit dienst zijn gegaan. Naast de sectorpremie betaalt de werkgever een gedifferentieerde premie die afhankelijk is van het aantal werknemers dat hij in dienst heeft gehad die een ZW- of WGA-uitkering ontvangt. Op deze manier wordt geprobeerd de werkgever te prikkelen om zich meer in te spannen voor het re-integratieproces van deze werknemers.
De werkgever betaalt met de gedifferentieerde premie niet alleen voor de vaste en niet-vaste werknemers, hij is daarnaast ook nog verantwoordelijk voor:
werknemers die ziek worden binnen vier weken na het einde van hun arbeidscontract (mits zij geen andere werkgever hebben en geen WW-uitkering ontvangen);
werknemers met een fictief dienstverband (o.a. freelancers, stagiairs, thuiswerkers).
Uit de Whk worden alle lasten voor de Ziektewet betaald en de lasten voor de eerste tien jaar WGA.
De premie bestaat uit de volgende drie onderdelen:
ZIEKTEWETPREMIE Premie is afhankelijk van de instroom in de Ziektewet door ex-werknemers die vanaf 1 januari 2012 ziek uit dienst zijn gegaan. |
WGA-VAST Premie is afhankelijk van de instroom van vaste werknemers in de WGA. |
WGA-FLEX Premie is afhankelijk van de instroom van niet-vaste werknemers in de WGA vanuit de Ziektewet (vanaf 1 januari 2010). |
De premies worden gedifferentieerd volgens het T-2 principe. Dit wil zeggen dat bij het vaststellen van de premies van een bepaald jaar wordt gekeken naar twee jaar daaraan voorafgaand. De premie voor jaar T is gebaseerd op de instroom in jaar T-2.
Een werkgever mag een deel van de WGA premies (50%) inhouden op het netto loon van de werknemers. Dat geldt ook voor werkgevers die eigen risicodrager zijn en een verzekering hebben afgesloten.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie groepen werkgevers voor de berekening van de hoogte van de premies (Belastingdienst):
Kleine werkgever Loonsom < 319.000 | Sectorale premie |
Middelgrote werkgever Loonsom 319.000 – 3.190.000 | Deels sectorale premie Deels gedifferentieerde premie |
Grote werkgever Loonsom < 3.190.000 | Gedifferentieerde premie |
Een werkgever kan ervoor kiezen om eigenrisicodrager te worden. Dit wil zeggen dat hij het risico voor de arbeidsongeschiktheid van zijn werknemers zelf draagt. De werkgever is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Ziektewet, de uitkeringen en de (kosten van) re-integratie. Hij wordt hierbij gecontroleerd door het UWV. Ook is het mogelijk dat de werkgever een deel van de taken als dienst inkoopt bij het UWV of een andere organisatie.
In onderstaand overzicht zijn de verschillen opgenomen tussen een publiek verzekerde werkgever en een werkgever die eigenrisicodrager is.
| Ziektewet | WGA-vast |
Publiek verzekerde werkgever |
|
|
Eigenrisicodrager |
|
|
Deel deze pagina:
Bedankt voor uw bericht
Uw bericht is naar ons verstuurd. Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.
Ons direct spreken?
U kunt ons binnen kantooruren bereiken op 026-325 90 23